Hoe vond je het om te exposeren bij Galerie Pouloeuff? “Het concept van de galerie is heel erg goed. Galerie Pouloeuff is zeer professioneel en ik had de totale vrijheid met de keuze en het maken van de werken, wat heel fijn is.”
Hoe is het daarna gegaan? “Heel erg goed! Er was veel aandacht en een paar verkopen tijdens de tentoonstelling. Er stond een groot stuk in de krant, wat altijd mooi leuk is, maar het beste is het opbouwen van nieuwe contacten.”
Van wie heb je tot nu toe het meeste geleerd? “Dat is een hele brede vraag. Geleerd dat het maken van kunst vooral uitproberen en fouten maken betekent. De beste tips zijn van Terence Rodrigues en mijn agent Maria. Zonder deze twee mensen zou ik het niet kunnen doen.”
Wie is je favoriete kunstenaar, filmmaker, designer.. “Miro en Rothko, daarnaast bewonder ik erg het werk van Gwenyth Fugard”
Waar komt je inspiratie vandaan? “Overal en nergens, foto’s van de aarde en space, gesprekken met wildvreemden, sorry het is een cliché maar waar.”
Wat is er zo leuk aan je vak? “De vrijheid, ondanks dat dit soms betekent dat er niet veel geld is. Maar het allerbest is om andere mensen te inspireren. Als dit lukt kan ik in tranen uitbarsten.” Wat zijn lastige kanten van het vak? “Het werken met mijn eigen ontwikkelde olieverf Riesk. Love it and hate it.”
Wat hoop je te bereiken? “Mensen te inspireren en om volledig te kunnen leven van mijn kunst.”
Naar de expositie Interview: Juliette de Swarte