Bezienswaardigheden
Naarden is een van de best bewaarde vestingsteden in Europa en vooral beroemd om zijn unieke stervorm. De vesting heeft zes bastions, een dubbele omwalling en dubbele grachtengordel. Er is goed te wandelen over de verdedigingswerken. Ook een rondvaart rond de werken is mogelijk. De omvangrijke, uitstekend gerestaureerde vesting, waarvan de meeste delen uit de 17e eeuw over zijn, is voor het grootste deel vrij toegankelijk.
De vesting biedt ook onderdak aan het Nederlands Vestingmuseum in het bastion Turfpoort. Hier kan de bezoeker zien hoe een vesting er tijdens het gebruik uitzag en verder de collectie voorwerpen van 1350 tot 1945 bekijken. Tijdens de frequente activiteiten in het museum, binnen zowel als buiten, kunnen bezoekers ook ervaren hoe het er in een vesting aan toe ging.
Het Waterliniepad loopt om de vesting heen waardoor de omvang van de werken goed zichtbaar wordt. Tevens biedt de vesting onderdak aan het tweejaarlijkse, landelijke FotoFestival Naarden.
De complete vesting is nog steeds eigendom van de Staat. Na opheffing van de militaire functie zijn de delen ervan successievelijk van Defensie overgeheveld naar de portefeuille van de Rijksgebouwendienst. De vesting is een beschermd stadsgezicht. De vesting van Naarden wordt afgebeeld samen met het hoofd van Comenius op een Tsjechisch bankbiljet van 200 kronen.
De Sint-Vituskerk is een grote, gotische basiliek uit de 14e en 15e eeuw. Eind 15e eeuw werd de kerk bedevaartsoord door het verwerven van relieken van Sint-Vitus. Sinds 1576 is de kerk hervormd. Van groot belang zijn de houten gewelven met daarop gewelfschilderingen uit de 16e eeuw. De Grote Kerk is jaarlijks op Goede Vrijdag het decor van een fameuze, de hele dag durende uitvoering van de Mattheuspassie van Johann Sebastian Bach, georganiseerd door de Nederlandse Bachvereniging, traditioneel bezocht door onder meer leden van de regering.
Elk zomerseizoen zijn er orgelconcerten in de kerk, meestal op de twee orgels (Bätz-Witte en het kleine van Flentrop). Op 22 oktober 2005 trouwden hier prins Floris en Aimée Söhngen.
Naarden bezat van het jaar 1673 tot 1915 twee stadspoorten, namelijk de Utrechtsche poort en de Amsterdamsche Poort. Uit defensie-overwegingen werd er naast de Utrechtsche poort een weg (Kapitein Meyerweg) door de omwalling aangelegd. De poort bleef behouden en staat nu bekend als de Utrechtse Poort. De Amsterdamsche Poort met het waterpoortje werd gesloopt. In 1939 werd er richting Bussum een derde verbindingsweg door de omwalling aangelegd. In de Naardense volksmond staat deze weg bekend als De Doorbraak.
De vesting telt 6 bastions en 6 ravelijnen. De bastions zijn: Katten (noord) Oranje (noordoost) Promers, met bomvrije kazerne (zuidoost) Turfpoort met vestingmuseum (zuid) Nieuw-Molen (west) Oud-Molen met Groot en Klein Arsenaal (noordwest).
Het Spaanse Huis is een van de laatst overgebleven middeleeuwse gebouwen in de stad. Vermoedelijk was het ooit een gasthuis of de kapel van een gasthuis. Tijdens de verovering van Naarden door de Spanjaarden diende het gebouw als stadhuis. Op de voorgevel zijn nog altijd twee gevelstenen aanwezig die herinneren aan de 'Spaanse Moord'. Nadien is het gebouw nog onder andere gebruikt geweest als waag, militaire bakkerij en Comeniusmuseum. Sinds 2012 is hier het Weegschaalmuseum gevestigd.
Het Stadhuis dateert uit 1601 en is een duidelijk en fraai voorbeeld van de Hollandse renaissancestijl. Heel kenmerkend aan dit gebouw is de dubbele trapgevel. Momenteel vinden er in het Stadhuis gemeentevergaderingen, huwelijken en culturele activiteiten plaats. In de hal van het Stadhuis staat een maquette, die in één oogopslag een duidelijk overzicht van de vesting geeft.