Van thuiswerken kunnen we best een beetje gek worden. De muren komen op ons af, we worden makkelijk afgeleid en als we niet oppassen lopen de half opgedronken kopjes koffie na een tijdje uit zichzelf weg. Maar ons thuis of de plek waar wij ons thuis voelen, kan ons ook kalmte en inspiratie bieden. De spullen die we om ons heen verzamelen dragen een verhaal met zich mee. Mijn thuiswerkhoekje staat er vol mee. Een theepot met gebreide theemuts van mijn oma, vakantiesouvenirs, de lelijke bureaulamp die maar niet kapot wil en dus al drie studentenkamers meegaat. Samen vormen ze een vertrouwde omgeving waarin mijn leven gereflecteerd wordt en waar ik tegelijkertijd mijn identiteit aan ontleen.
Die connectie met onze omgeving is niets nieuws. Ook in het verleden gebruikten mensen spullen om hun persona te verbeelden en om een vertrouwde omgeving op te bouwen. En een kunstenaar is net een mens, dus zien we in de kunst talloze verbeeldingen van werkruimtes en zelfportretten met allerlei attributen. Iemand die zichzelf onderdompelde in zijn omgeving en die de objecten om zich heen vaak gebruikte in zijn kunst, was de Belgische James Ensor (1860-1949). Hij leefde bijna zijn hele leven in de kustplaats Oostende. In zijn familiehuis hielp hij tijdens de zomers in een souvenirwinkel vol maskers, vazen, snuisterijen en andere exotische objecten, en tijdens de winter had hij de tijd om in zijn zolderatelier te werken aan zijn kunst. Die ruimte stond volgestouwd met schilderijen, tekeningen en prenten, maar ook boeken, tijdschriften en objecten die tot inspiratie dienden. Ensor beeldde zijn atelier en andere ruimtes in zijn huis vaak af. Soms ging het om vluchtige schetsen, een oefening van techniek. Als je thuiswerkt moet je het tenslotte doen met de dingen om je heen. Ook nu tekenen kunstacademiestudenten tientallen keren dezelfde waterglazen en planten als opdracht, elke keer een beetje anders en hopelijk elke keer een beetje beter. In Ensors schetsen zien we de alledaagse inktpotten, decoraties en meubels naast zijn familieleden terwijl ze breien en slapen. Er zijn de carnavalsmaskers en Japanse maskers die hij als acteurs in zijn werk opnam en waar hij om bekend werd. Het is een index van zijn leven.
In Ensors tekeningen is de grens tussen schets en kunst soms lastig te vinden. Het getekende portret van zijn slapende tante is intiem en verstilt. Eigenlijk is het bijna geen portret te noemen, zo erg gaat ze op in de omgeving. De mens en haar interieur zijn één. Ensor gaat nog een stapje verder met Paard met griffioenkop, demonen en interieurfragmenten. Op het vel overlappen fantasie-elementen en reële objecten elkaar in een duizelingwekkende collage. Zag het er zo uit in het hoofd van de kunstenaar? Veel van zijn werken geven er blijk van.
Even verbazingwekkend zijn Ensors schilderijen waarin hij zijn atelier gebruikt als toneel voor zijn fantasieën, zoals Verbazing van het masker Wouse. Samen met Wouse komen we binnen in een ruimte waar tot voor kort wild gefeest lijkt te zijn. Op de grond liggen maskers en schedels met kleding en instrumenten, doodstil als speelgoed dat alleen ’s nachts tot leven komt. Het is als een droom die allerlei elementen uit je leven combineert tot een verwarrend geheel. Waar je boeken een dans doen met je docent en je moeder.
Een directer kijkje in Ensors atelier vinden we in Het schilderend geraamte. De kunstenaar heeft het schilderij gebaseerd op een foto van hem voor zijn ezel. Ergens in het schilderproces heeft hij besloten om zichzelf te verhullen als een schedel. Hij wordt aangestaard door zijn soortgenoten, die met hun eigen penselen klaarliggen om het werk over te nemen. Zijn het vrienden of vijanden? Is Ensor al zo lang alleen op zolder aan het werk dat hij begint te hallucineren? Hij blijft in ieder geval moedig verder schilderen. De werken aan zijn muren vormen een manifest van zijn oeuvre. Behaalde resultaten die hopelijk garantie bieden voor de toekomst. En dat is soms het enige wat we kunnen doen. Moed halen uit een theemuts, glimlachen om een souvenir, en je boek kunnen lezen door een bureaulamp. Doorgaan en hopen op het beste. Maar als het portret aan de muur tegen je gaat praten, moet je misschien toch even buiten een rondje gaan lopen.
James Ensor: Het Online Museum
Of check de volgende werken:
James Ensor, Portret van mijn tante, ca. 1886-1888, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, conté op papier, foto: LUKAS – ART IN FLANDERS, fotograaf: Hugo Maertens.
James Ensor, Paard met griffioenkop, demonen en interieurfragmenten, ca. 1880-1883, Museum voor Schone Kunsten Gent, foto: LUKAS – ART IN FLANDERS, fotograaf: Hugo Maertens.
James Ensor, Verbazing van het masker Wouse, 1889, olieverf op doek, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, foto: Reproductiefonds, fotograaf: Hugo Maertens.
James Ensor, Het schilderend geraamte, 1896, olieverf op hout, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, foto: LUKAS – ART IN FLANDERS, fotograaf: Hugo Maertens.