Tijdens mijn bachelor kunstgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht leerde ik het werk van Edward Hopper (1882-1967) kennen. Direct was ik geïntrigeerd door zijn verbeeldingen van stadse settings met eenzame protagonisten. Zijn werk nam mij direct mee naar de bruine kroegen in de Jordaan met hun stamgasten, lege straten vroeg in de ochtend en laat in de avond, maar ook eenzame ouderen. Ik had niet kunnen voorspellen dat de werken van Hopper nu misschien wel actueler zouden zijn dan ooit en de eenzaamheid van een sociaal isolement ineens voor veel mensen zeer herkenbaar is: de schrijver Michael Tisserand twitterde afgelopen maand dat we op dit moment allemaal Edward Hopper's schilderijen zijn.
Edward Hopper was een Amerikaanse kunstenaar die voornamelijk het moderne stedelijke leven van de Verenigde Staten ten tijden van de Grote Depressie verbeeldde. Hopper kwam uit een middenklasse milieu in Nyack, New York; een broeiplaats voor industrie en transportbedrijven. Hopper wordt geroemd als “artist of empty spaces”. Hij schilderde alles wat karakteristiek was voor de moderne verstedelijking: motels, restaurants, theaters, benzinestations, snackbars en appartementen, vaak bevolkt door eenzame figuren die vervreemd lijken te zijn van de warmte van het sociale leven. In koele kleuren verbeeldde Hopper zijn protagonisten in sobere omgevingen vaak starend uit een raam. Een expliciet narratief wordt in het midden gelaten, Hopper’s werken hebben een open einde en kunnen daardoor voor iedere beschouwer een eigen betekenis krijgen.
Ik zie in het werk van Hopper een sterke balans tussen realisme en expressieve kracht. Dramatische slagschaduwen en schel zonlicht steken af tegen de kale bebouwing van de modernistische architectuur. Hopper’s geïsoleerde figuren, gevangen door de bebouwing op zijn canvas, lijken melancholisch te verlangen naar andere tijden. Door de intelligente lockdown is eenzaamheid momenteel voor velen voelbaar. De wereld lijkt te wankelen en we zijn zoekende naar de stabiliteit van de pre-coronatijd. Ook Hopper’s subjecten lijken zoekende te zijn. Voor mij biedt de herkenbaarheid van zijn werken houvast en hoop: omdat iedereen gevangen zit in de lockdown van Hopper’s schilderijen is niemand alleen. Hopper’s straten zijn misschien verlaten, maar bieden ook ruimte en lucht. Zo doet corona misschien deze tijd wankelen, maar er is ook ineens enorm veel ruimte voor nieuwe creativiteit, zowel in de kunstsector als in het bedrijfsleven, en vaak wordt in roerige tijden het beste werk gecreëerd.