Verberne verlangt naar een thuisbasis, naar elders, een plek die ze zich verbeeldt als een soort mythische wildernis. Op zoek naar de oer natuur en verlaten oorden gaat ze op pad, slechts vergezeld door haar camera en statief. Buiten de gebaande paden kan ze de onbereikbare wildernis uit haar verbeelding ontmoeten, hoe vluchtig ook. Met haar hele lichaam dompelt ze zich onder in haar omgeving. De vastgelegde handelingen zijn speels, vrij en intiem. Soms doen de reflecties van de camera haar opgaan in de natuur, soms staat haar lichamelijke interventie in schril contrast met de omgeving.
Naast haar beeldende werk schrijft Verberne veel over het verlangen naar eenwording met de wereld en de tragiek van het menselijk bestaan. Wij als mens zoeken de natuur op als troost voor onze nietigheid en zien onszelf erin weerspiegeld, maar worden tegelijkertijd geconfronteerd met ons onvermogen om er compleet in op te gaan. We herkennen onze melancholie en ‘waldschmerz’ in Verbernes werk. Het roept ons op zelf ook op zoek te gaan naar gevoelens van thuis en geluk.
Renée Verberne is in 2013 afgestudeerd als beeldend kunstenaar aan AKV St. Joost en heeft in 2018 haar master in filosofie gehaald aan de Radboud Universiteit. Ze werkte mee aan de bundel Eenenveertig Brieven van de Jonge Kunstenaar (2015). Ze heeft deelgenomen aan exposities in onder andere het Kunstmuseum Den Haag, de Verbeke Foundation en Kunstpodium T.