In het onderzoeken van het sterven van planten constateerde Van der Straten al snel dat het niet alleen gaat om een einde. In plaats van een einde ziet zij een transformatie. Er ontstaan nieuwe vormen, kleuren en nieuwe levens. De voedingsstoffen van de plant verplaatsen zich, schimmels ontstaan en leggen nieuwe verbindingen en er verschijnen insecten. Het is niet alleen een einde, maar ook een deel van een cyclus. Het ene proces stopt misschien, maar er kan weer een ander proces ontstaan. In dit sterven ziet zij juist veel leven. Hierin legt zij de verbinding met haar religie en de natuur en benadert de complexe vraag ‘bestaat er leven na de dood?’ op een luchtige en experimentele manier door middel van het onderzoek.
Van der Straten werkt voornamelijk met fotografie. Dit is haar manier om verschillende momenten in het proces vast te leggen en als het ware de tijd te bevriezen. Ze maakt onder andere beelden onder de microscoop bij de organisatie Dutch DNA Biotech. Op deze microscopische schaal onderzoekt zij hoe verbindingen worden gelegd tussen planten en schimmels en hoe ze groeien. De ondoorgrondelijke kracht en het netwerk van verbindingen in de natuur, is iets wat zij niet kan uitleggen, maar wel in beeld kan vatten. Het geeft haar de mogelijkheid om verbindingen te leggen tussen verschillende perspectieven. Wetenschap, religie en kunst kunnen hier samenkomen en met elkaar een dialoog aangaan.
Naast fotografie gebruikt zij ook natuurlijk materiaal om werk mee te maken. De vloeistoffen die uit de planten komen worden gebruikt als verf of inkt om de sporen vast te leggen. Zo bevat het papier een overblijfsel van iets wat er was en wat ons kan herinneren.
Nathalie van der Straten-Folkersma studeerde in 2020 af aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht met fotografie. In hetzelfde jaar was zij winnaar van de Keep an Eye Photography Stipendium.