Het werk van Oosting is een reactie op haar omgeving. Dingen die haar prikkelen zijn niet altijd even serieus, het mag ook prikkelen omdat het een beetje absurd is of omdat zij erom moet lachen. Daarnaast blijft zij een fascinatie zien met dode dingen, niet zo zeer omdat ze dood zijn, maar omdat die je in staat stellen ze van dichtbij, en soms van de binnenkant, te bekijken. Het werk is een tikje luguber, wat ook wel weer kan aanspreken. In haar werk leent zij vormen direct van dieren en planten. Vormen waarin zij veel schoonheid ziet, maar die in onze (westerse) ogen als vies, onbruikbaar of als afval worden gezien. De lampobjecten zijn gemaakt van de lebmaag, de 5e maag van een koe.
Naast Oostings interesse voor het unieke verteringssysteem van de koe, is de maag op esthetisch vlak ook uniek. De textuur heeft een vernieuwend resultaat in combinatie met het licht. Het kippenservies stelt ons in staat om kippenhuid en kippenklauwen van dichtbij te bekijken en aan te raken. Door het witte en 'schone' porselein te combineren met iets wat als luguber gezien kan worden, is er plots meer ruimte om ook de schoonheid ervan te ervaren.
Na haar bachelor Neuroscience in 2007, heeft Ana Oosting de Gerrit Rietveld Academie afgerond in 2015.